15 apr Fraude WMO- voorkomen is beter
De cijfers van het Ondersteuningsteam fraude (OTF) liegen er niet om. Het OTF assisteerde afgelopen jaar gemiddeld 1x per week bij een fraudeonderzoek. Naar verhouding doen veel fraudezaken zich voor bij Beschermd Wonen, met name bij PGB financiering. Centrumgemeente Enschede constateerde al bij de decentralisatie in 2015 veel verhuisbewegingen bij bewoners van Beschermd Wonen en vond dit vanuit het oogpunt van stabiliteit en goede zorg ongewenst . Door onbekendheid met veel aanbieders was er bovendien geen zicht op de kwaliteit van de geleverde zorg. In dit artikel een korte weergave van de aanpak en de resultaten.
Om meer grip te krijgen op Beschermd Wonen zijn twee maatregelen genomen. Allereerst is het uitgangspunt ‘geen PGB in Beschermd Wonen, tenzij….’ geïntroduceerd. Bestaande PGB situaties zijn in afstemming met zorgaanbieders en PGB houders per 1-1-2016 zoveel mogelijk omgezet naar ZIN. PGB’s worden uitsluitend nog gehanteerd als de bewoner, de zorgaanbieder én de gemeente het erover eens zijn dat het de beste constructie is. Was het aantal PGB’s in 2015 nog rond de 400 (40%), nu is het aantal rond de 100 (10%). De kans voor fraude bij PGB financiering is derhalve sterk afgenomen. Bovendien verhuizen cliënten van beschermd wonen nu veel minder, waardoor een hulpverleningsrelatie opgebouwd kan worden en mensen stabiliteit krijgen in hun woonsituatie.
Een tweede maatregel was het (laten) ontwikkelen van een gedragscode teneinde meer zicht te krijgen op de kwaliteit van de ondersteuning in Beschermd Wonen. Op basis van vier kernwaarden (veiligheid, gelijkwaardigheid, geborgenheid en stabiliteit) die door cliënten in beschermd wonen zijn benoemd, is een set van normen en waarden beschreven waaraan de ondersteuning dient te voldoen[1]. De gedragscode is eind 2015 vastgesteld met de afspraak dat aanbieders zich hierop zouden laten beoordelen. Het voldoen aan de gedragscode is een voorwaarde om subsidie te ontvangen voor beschermd wonen. Het uiteindelijke doel is dat binnen de regio collegiale toetsing plaatsvindt, uitgevoerd door bewoners en medewerkers/begeleiders van collega-organisaties. Voor de eerste ronde audits was dit nog een stap te ver. Na training van medewerkers en bewoners zijn audit teams gevormd met twee onafhankelijke auditoren, 1 medewerker auditor en 1 bewoner auditor. In de tweede helft van 2016 en de eerste helft van 2017 hebben 24 audits plaatsgevonden. De belangrijkste resultaten:
- De kwaliteit van zorg en ondersteuning is redelijk tot goed te noemen. Aanbieders voldoen aan de belangrijkste (systeem)voorwaarden die in wet- en regelgeving zijn vastgelegd;
- Er is, naast het beoordelen van de kwaliteit van ondersteuning, bij de gemeente Enschede behoefte aan beoordeling van bedrijfsmatige aspecten van zorgaanbieders. Het zijn van een zorgorganisatie is meer dan alleen het bieden van goede zorg. Het vereist ook dat de financiële administratie op orde en transparant is, zodat duidelijk is dat subsidie voor de zorg ook daaraan besteed wordt;
- De uitkomsten van de gehanteerde cliënt tevredenheidsonderzoeken hebben beperkte zeggingskracht. Samen met zorgaanbieders zal worden gekeken naar een eenvoudige en korte vorm van belevings- en waarderingsonderzoek;
- De wijze waarop dagbesteding wordt uitgevoerd is zeer divers en leidt niet in alle gevallen tot de gewenste participatie in de samenleving.
Fraudebestrijding is efficiënt en effectief door het nemen van preventieve maatregelen. Voorkom dat aanbieders actief worden die hetzij met PGB hetzij met ZIN financiering, de kans krijgen om zorgmiddelen te gebruiken voor andere doeleinden dan zorg. Het is even belangrijk om samen met aanbieders en bewoners Beschermd Wonen de kwaliteit van zorg en ondersteuning te blijven monitoren met een toetsingsmodel dat ruimte laat voor nieuwe inzichten en ontwikkeling.
Drs. Ing. P.L. Roessen (paul@woesd.nl)
[1] Gedragscode Beschermd Wonen Twente, november 2015, Enschede, bureau WOESD
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.